In de herfst van 1962 gebeurde er iets heel spannends tussen de Verenigde Staten (VS) en de Sovjet-Unie. Het leek even alsof er een echte kernoorlog zou uitbreken.
De Amerikaanse geheime dienst (de CIA) ontdekte dat de Sovjet-Unie bezig was om raketten met kernbommen te plaatsen op het eiland Cuba. Cuba ligt vlak onder de Verenigde Staten — dus die raketten konden in een paar minuten grote Amerikaanse steden raken.
Voor de Amerikanen was dat heel beangstigend. Ze dachten: “Als die raketten klaar zijn, kunnen ze ons elk moment aanvallen.”
De president van de Verenigde Staten, John F. Kennedy, moest snel iets beslissen. Hij overlegde met zijn adviseurs: wat kunnen we doen zonder meteen een oorlog te beginnen?
Op 22 oktober 1962 hield Kennedy een toespraak op de televisie. Hij vertelde het volk en de hele wereld wat er aan de hand was. Kennedy kondigde aan dat de VS een zeeblokkade rond Cuba zouden maken.
Dat betekende:
Amerikaanse schepen zouden alle Russische schepen tegenhouden die nog raketten of wapens naar Cuba wilden brengen.
Zo wilde Kennedy voorkomen dat er meer raketten op het eiland zouden komen.
Tegelijkertijd eiste hij dat de Sovjet-Unie de raketten die al op Cuba stonden, zou weghalen en vernietigen.
Een paar dagen lang hield de hele wereld de adem in. Russische schepen kwamen dichter bij de Amerikaanse blokkade.
Zou er een gevecht komen?
Zou iemand de eerste schot lossen en een kernoorlog beginnen?
Veel mensen waren doodsbang. Sommige Amerikanen haalden eten en water in huis, voor het geval er iets ergs zou gebeuren.
Na een paar dagen spannende onderhandelingen besloten beide leiders tot een oplossing.
De Russische leider Nikita Chroesjtsjov (spreek uit: Kroes-tsjof) ging akkoord:
De Sovjet-Unie zou de raketten van Cuba weghalen.
In ruil daarvoor beloofde Kennedy dat de VS Cuba niet zouden aanvallen.
En in het geheim spraken ze af dat de VS hun eigen raketten uit Turkije (vlak bij de Sovjet-Unie) zouden weghalen.
Op 28 oktober 1962 was de crisis voorbij. De Russische schepen keerden om, en de zeeblokkade werd opgeheven.
De wereld had op het randje van een kernoorlog gestaan — maar gelukkig kwam het niet zover.
Na de Cubacrisis beseften beide landen dat het te gevaarlijk was om zo met elkaar om te gaan.
Er kwamen daarna afspraken over kernwapens en een directe telefoonlijn tussen Moskou en Washington, zodat de leiders sneller met elkaar konden praten als er weer iets misging.